Heb je een vraag ?
Mail, bel of maak een afspraak voor een gesprek.
Zoek, vind en plaats vrijwilligersvacatures.
Geschiedenis
Op 22 juli 2023 vierde Stichting Dorpsbehoud Papendrecht haar veertigjarig bestaan. De vijf bestuursleden en de 85 vrijwilligers zetten zich onvermoeid in voor het behoud van het aanzicht van het dorp. Panden zoals de voormalige Marechausseekazerne, de muziektent, de Mariannehoeve en vele andere panden blijven, met dank aan de stichting, het karakteristieke gezicht van Papendrecht bepalen.
Wie is Margré van Wijngaarden?
Kindertijd
Margré is een geboren en getogen Papendrechtse. De familiewortels gaan aan vaderskant terug tot 1750 en aan moederskant liggen deze zelfs nog verder in de tijd. Opgegroeid op de boerderij in een gezin van zes en met drie broers moest Margré al vroeg haar mannetje staan, iets waar ze later veel profijt van zou hebben. Het ‘eigenwijze’ karakter heeft zij vooral van haar moeder. Margré: ‘Mijn vader was meer tactisch en zei: ‘Tel eens tot 10’; mijn moeder was meer zoals ik ben: Wap, recht voor z’n raap! Ik heb van mijn vader een plant in pot gekregen en zag later pas dat daar de Romeinse cijfers van één tot en met tien op staat. Deze pot staat altijd als reminder op mijn keukentafel’. Hoewel het boerenleven hard werken is en het niet altijd luxe was wat de klok sloeg, kijkt Margré terug op een gelukkige jeugd. ‘Mijn vader had een schommel gemaakt, deze hing in de stal tussen de koeien. Als ik dan uit school kwam, zat ik rustig anderhalf uur op de schommel het hele repertoire van de Zangeres Zonder Naam te zingen. Het was ook de veiligheid van het Oostend. Wij waren niet modebewust, dat was niemand. En we gingen ook niet met vakantie, want dat deed ook niemand. Als ze vroegen: ‘Wat heb jij in je vakantie gedaan?’ dan antwoordde ik: Bootje varen met de schouw en slootje springen’.
Schooltijd
Na de lagere school heeft Margré de MAVO gedaan. Niet omdat ze dat nu perse wilde; ze was liever, net als haar vriendinnen, naar de Huishoudschool gegaan. Dat ging haar ouders net iets te ver. De onderwijzer had namelijk de HBS geadviseerd en als gulden middenweg is daar de MAVO uitgekomen. Margré: ‘Ik maak heel makkelijk contact met mensen, het maakt mij niet uit welke achtergrond ze hebben. Ik moest er wel aan wennen dat ik niet even achterom kon lopen zoals op het Oostend; ik moest bij de voordeur aanbellen. Ik dacht toen wel: Wat is dit joh?’ Margré vertelt dat ze de les om voor zichzelf op te komen onder andere op de MAVO heeft geleerd. ‘Mijn moeder had salade gemaakt en daar was nog van over. Ik ben daar helemaal gek op, dus ik kreeg dat mee naar school. Tussen de middag bleef er een ploegje over en toen zei er één: ‘Zo, de boer heeft d’r prak bij haar’. Ik heb door gegeten, maar niet met plezier. Een paar weken later was er weer een slaatje over en mijn moeder vroeg wederom of ik het mee wilde nemen. De verleiding was groot om nee te zeggen, maar toen dacht ik: ‘Dan hebben ze gewonnen’. Ik heb dat slaatje dus meegenomen en als ik iets doe, doe ik het ook goed. Ik heb dat doosje met salade met een klap op tafel gezet en mijn vork gepakt. Er werd alleen maar gekeken en de keren daarna gebeurde er niets meer. Thuis werd er ook niet meegehuild; mijn moeder zei dan: ‘Ze zijn niet wijzer’. Het gaat om wat je uitstraalt, dat is belangrijk. Ik ben niet blijven hangen in het gepest zijn. Ik heb veel weerstand opgebouwd en ben verbaal sterk. Je krijgt mij nergens meer gek mee. Het is dat ik er geen tijd voor heb, maar ik zou graag antipestcursussen op scholen willen geven. Je hebt je eigen karakter, maar je wordt gevormd door wat je van je ouders meekrijgt. Mijn ouders leven beiden niet meer, maar ik zou graag nog eens ‘dank je wel’ tegen hen willen zeggen en hen bedanken voor alles wat ik van hen heb geleerd’.
Volwassen leven
Na de MAVO is Margré op haar zestiende gaan werken bij Van Rossum. Dit heeft zij gedaan tot tien jaar later haar kinderen werden geboren. Margré heeft een zoon en een dochter. Dat zitten en niets doen niets voor Margré is, is intussen wel algemeen bekend. Margré licht toe: ‘Ik hou niet van tennissen en ook niet van winkelen; weet je hoeveel tijd je dan wel niet overhoudt? Die tijd heb ik besteed aan het mede oprichten en uitbouwen van Dorpsbehouden dat is succesvol gebleken’. Toen de kinderen eenmaal wat groter waren, is Margré bij Rovanda gaan werken, waar ze uiteindelijk bijna 25jaar heeft gewerkt en waar ze jaarlijks op vrijwillige basis nog steeds één van haar passies uitvoert: technisch onderwijs. Ieder jaar komen er schoolklassen naar het bedrijf. Margré geeft een rondleiding en houdt een bevlogen pleidooi over het belang van mensen in de techniek. Achteraf krijgen deze klassen nog een aardigheidje mee naar huis. Over niet stil zitten gesproken: Margré zit sinds 29 maart 2018 weerin de Gemeenteraad van Papendrecht na een eerdere periode van 2006 - 2009.
Muziek en theater
Op mijn vraag of Margré muzikaal is, antwoordt zij: ‘Ik zing graag. Zingen jaagt de muizenissen uit je hoofd. Ik kan niet mooi zingen, maar ik kan wel wijs houden. Ik speel ook graag piano. Ik kijk dan heel geleerd naar het muziekboek, maar ik kan nog steeds niet goed noten lezen. Ik hoor het wel als ik een verkeerd akkoord aansla. In het tehuis waar een van mijn tantes verbleef, stondeen piano. Ik ken heel veel versjes van vroeger die deze mensen ook kennen zoals ‘Kun je nog zingen, zing dan mee’. Een zuster daar vroeg of ik niet iedere week een uurtje wilde komen spelen. Mijn hart waser goed voor, maar het ontbreekt me aan tijd’. Margré heeft een brede muzieksmaak: dat gaat van Led Zeppelin tot Chopin, van Deep Purple tot de Zangeres Zonder Naam en van Corrie Konings en Frans Bauer tot The Stones.
Margré heeft ook een alter ego met de naam Keenou. Keenou is ouderwets, draagt de oude, zwarte trouwjurk van haar moeder, heeft de uitgaanshoed vanhaar oma op en draagt ook nog een klein brilletje. Keenou neemt geen blad voor haar mond en vertelt haarfijn hoe ze over de dingen denkt. Margré: ‘Ik heb een keer ‘Keein concert’ gedaan. Ik heb toen ook allemaal bekende versjes gezongen en tussen de liedjes door verhaaltjes vertelt. Mensen hebben daar zo van genoten. De situaties zijn herkenbaar en mensen liggen helemaal dubbel. Er wordt regelmatig gevraagd of Kee nog komt’.
Margré organiseert met haar medebestuursleden en het grote team vrijwilligers ook een paar maal per jaar de Zomeravondconcerten. Deze worden gehouden in de muziektent aan de Eilandstraat. Margré: ‘Als het aan de bezoekersligt, organiseren we elke week een concert. Dit is niet haalbaar, want een deel van de vrijwilligers heeft nog een baan en alle spullen kunnenook niet blijven staan, maar het zou wel leuk zijn’.
Vrijwilligerswerk
Het doen van vrijwilligerswerk heeft Margré niet van een vreemde. Margré: ‘Mijn vader heeft altijd veel vrijwilligerswerk gedaan. Niet vast natuurlijk, want hij had een boerenbedrijf en later werkte hij in de bouw. Hij was altijd mensen aan het helpen. Dat geldt voor mijn hele familie’. Als het aan Margré ligt, zou ze nog veel meer doen of initiatieven willen ontplooien, zoals werken bij de Hospice of het Odensehuis, schuldhulpmaatje zijn, cursus positief denken geven en nog heel veel meer. Op mijn vraag waarom iemand zou moeten overwegen om vrijwilligerswerk te gaan doen, antwoordt Margré: ‘Je maakt mensen blij en daar kan geen salaris tegenop. Weet je wat je bereikt als je glimlacht naar mensen? Niemand heeft zo hard een glimlach nodig dan hij/zij die er zelf niet één kan geven. Wat je geeft, krijg je terug. Dat moet niet het doel zijn, maar het is wel zo. Tegenwoordig zitten veel mensen hun tijd te verstoken op Facebook en dan denk ik: Mensen ga wat nuttigs doen met je leven! Meld je aan bij een vereniging. Er is werk zat. Ik kijk niet met heimwee terug naar vroeger. Ik heb een hartstikke leuke tijd gehad, maar ik vind deze leeftijd ook leuk. Het feit dat je levenservaring hebt en mensen kan helpen, troosten, omdat je zelf ook weet wat het is om iemand te verliezen. Het gaat niet om grote daden. Ik kan de wereld niet veranderen, maar ik kan wel proberen binnen mijn eigen kringetje een beetje licht te verspreiden’.
Margré heeft ook veel waardering voor haar eigen club vrijwilligers. Ze zegt: ‘De schijnwerperstaat vaak op mij gericht, maar ik doe dit alles niet alleen. Er zijn zoveel vrijwilligers op zoveel vlakken actief. Als zij de handdoek in de ring gooien, kan ik de tent wel sluiten’.
Tot slot: gedicht van Gerard Reve
Zuster Immaculata die al vier en dertig jaar
verlamde oude mensen wast, in bed verschoont,
en eten voert,
zal nooit haar naam vermeld zien.
Maar elke ongewassen aap die met een bord: dat hij
vóór dit, of tegen dat is, het verkeer verspert,
ziet ’s avonds reeds zijn smoel op de tee vee.
Toch goed dat er een God is.
Margré: ‘Ik voel me beslist geen ongewassen aap, maar krijg wel waardering. Ikzelf heb enorm veel respect voor mensen die in stilte hun vrijwilligerswerk doen, zonder dat dit wordt gezien. Dit gedicht is een ode aan hen’.